Jaarcijfers

De jaarcijfers laten precies zien hoeveel dierproeven er gedaan zijn met hoeveel proefdieren.

Jaarverslag 2019
Menu

Homepage

Verantwoording

Onze kijk op dierproeven, dierenwelzijn en open communicatie

3V & transitie

Hoe wij werken aan vervanging, vermindering, verfijning en transitie

Diersoorten

Bij elk onderzoeksproject wordt zorgvuldig en op wetenschappelijke gronden bepaald welke diersoort de meest passende is. Doordat veel onderzoek vanouds op muizen is gedaan, is er relatief veel kennis over hoe het muizenlichaam reageert, en is het vaak zinvol om vervolgonderzoek opnieuw met muizen te doen.

Infographic Proefdieren per soort

Meer dan de helft van de dierproeven werden gedaan met muizen. Naast muizen werden ook ratten veelvuldig ingezet, gevolgd in aantal door kippen. Voor onderwijs werden behalve muizen en ratten vooral cavia’s, hamsters, konijnen, honden, katten, paarden, schapen, runderen, kippen en duiven ingezet.

Let op: in voorgaande jaarverslagen (tot en met 2018) werden op deze plaats aantallen en percentages proefdieren in plaats van dierproeven weergegeven. Dit maakt dat de cijfers op detailniveau niet goed vergelijkbaar zijn tussen de verschillende jaren. Omdat verder alle cijfers uitgedrukt zijn in aantallen dierproeven, is ervoor gekozen dit consequent door te voeren en geen aantallen proefdieren meer te vermelden. Het verschil ontstaat door hergebruik en doordat dieren worden gedood zonder te zijn ingezet.

Diersoort UU UMC Utrecht Totaal Percentage
muis 4.908 7.987 12.895 67,6%
rat 1.299 644 1.943 10,2%
kip 1.860 1.860 9,7%
rund 1.057 1.057 5,5%
zebravis 327   327 1,7%
varken 153 158 311 1,6%
andere vogels 137   137 0,7%
schaap 127 127 0,7%
geit 106 6 112 0,6%
hond 60 27 87 0,5%
paard, ezel en kruisingen 82   82 0,4%
konijn 49 6 55 0,3%
cavia 3 47 50 0,3%
fret 24   24 0,1%
kat 11   11 0,1%
Totaal 10.203 8.875 19.078 100,0%