Bij elk onderzoeksproject wordt zorgvuldig en op wetenschappelijke gronden bepaald welke diersoort de meest passende is. Doordat veel onderzoek vanouds op muizen is gedaan, is er relatief veel kennis over hoe het muizenlichaam reageert, en is het vaak zinvol om vervolgonderzoek opnieuw met muizen te doen.
Meer dan de helft van de dierproeven werden gedaan met muizen. Naast muizen werden ook ratten veelvuldig ingezet, gevolgd in aantal door kippen. Voor onderwijs werden behalve muizen en ratten vooral cavia’s, hamsters, konijnen, honden, katten, paarden, schapen, runderen, kippen en duiven ingezet.
Let op: in voorgaande jaarverslagen (tot en met 2018) werden op deze plaats aantallen en percentages proefdieren in plaats van dierproeven weergegeven. Dit maakt dat de cijfers op detailniveau niet goed vergelijkbaar zijn tussen de verschillende jaren. Omdat verder alle cijfers uitgedrukt zijn in aantallen dierproeven, is ervoor gekozen dit consequent door te voeren en geen aantallen proefdieren meer te vermelden. Het verschil ontstaat door hergebruik en doordat dieren worden gedood zonder te zijn ingezet.
Diersoort | UU | UMC Utrecht | Totaal | Percentage |
---|---|---|---|---|
muis | 4.908 | 7.987 | 12.895 | 67,6% |
rat | 1.299 | 644 | 1.943 | 10,2% |
kip | 1.860 | 1.860 | 9,7% | |
rund | 1.057 | 1.057 | 5,5% | |
zebravis | 327 | 327 | 1,7% | |
varken | 153 | 158 | 311 | 1,6% |
andere vogels | 137 | 137 | 0,7% | |
schaap | 127 | 127 | 0,7% | |
geit | 106 | 6 | 112 | 0,6% |
hond | 60 | 27 | 87 | 0,5% |
paard, ezel en kruisingen | 82 | 82 | 0,4% | |
konijn | 49 | 6 | 55 | 0,3% |
cavia | 3 | 47 | 50 | 0,3% |
fret | 24 | 24 | 0,1% | |
kat | 11 | 11 | 0,1% | |
Totaal | 10.203 | 8.875 | 19.078 | 100,0% |