Midden 2019 is in samenwerking met dierenwelzijnsorganisaties een pilot gestart om te verkennen of kleine knaagdieren, rekening houdend met veiligheid, welzijn en gezondheid van mens en dier, op een verantwoorde wijze herplaatst kunnen worden. De meeste van deze dieren zijn gefokt als proefdier, maar niet daadwerkelijk voor een dierproef ingezet. Het gaat voornamelijk om muizen en ratten. Genetisch gewijzigde dieren mogen op grond van wetgeving niet worden herplaatst.
De pilot verliep zeer positief. In 2019 werden er 155 muizen en 2 ratten herplaatst. Soms fungeerde knaagdierenopvang Het Knagertje in Den Haag als tussenstation. Ook werd samengewerkt met de Dierenbescherming en Animal Rights. Bij de dieren gaat een door een dierenarts of andere deskundige ondertekende gezondheidsverklaring mee. De adoptant tekent een herplaatsingsovereenkomst. Door middel van adoptiecriteria, goede voorlichting aan adoptanten en enquêtering van adoptanten achteraf wordt het dierenwelzijn na herplaatsing bevorderd. Naast de knaagdieren zijn er in 2019 via eigen kanalen ook nog 10 zebravinken herplaatst bij particuliere adoptanten.
Een positief intern bijeffect van de herplaatsing is dat iedereen die intern betrokken is bij de fok en het gebruik van proefdieren zich weer bewuster is geworden van de noodzaak om het aantal overtollige proefdieren zo beperkt mogelijk te houden. Het project stimuleert tot het verkleinen van de marge die bij het fokken moet worden aangehouden, bijvoorbeeld omdat niet te voorspellen is hoeveel dieren er geboren zullen worden met de voor onderzoek benodigde eigenschappen, zoals het geslacht. Het project wordt dan ook vervolgd.